Boom zo rank en vol van blaad’ren,
trots laverend blijf je staan,
‘t jaargetijde komt voorspoedig
dat je ‘t blad moet laten gaan.

Troosteloos en leeg, verloren,
lijken takken, doods en kil,
schijn bedriegt en is geen waarheid,
wacht nog even en wees stil.

Luister naar de lenteboden,
zie, er komt nieuw leven aan,
boom, je hebt het overwonnen,
de natuur is opgestaan.