daar liep ik, heel alleen langs 't strand 
en sprak mezelf toe

de deining, golven van de zee,
die worden nimmer moe

al mijn gedachten gingen naar 
twee mannen lang gelee

die samen liepen op de weg
en er liep iemand mee

bleek later dat het Jezus was,
intens sprak hij hen aan:

"Ik moest lijden, om Zijn glorie
binnen te kunnen gaan" (Lucas 24:26)

Zo mijmerde ikzelf voort
het leek een dialoog

waarbij de Ander liefdevol
mij richtte naar omhoog

ik keek en zag de hemellucht
die lichtend op mij scheen!

ik voelde Hem, daar op het strand
en was niet meer alleen.





NB Dit gedicht wijst naar de Emmausgangers, maar laat zien dat we ook nu nog steeds wezenlijk Zijn nabijheid kunnen ervaren.

(Lucas 24:26) Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?’