De weg is lang waarlangs mijn voeten gaan
Ik ben op reis en weet niet waar ik aan zal komen
Mijn hoop en moed heb ik allang verloren
Van huis en haard kan ik alleen nog dromen.

De trein die stopt, de bus wil niet vertrekken
Kinderen huilen, het gaat door merg en been
Mij dorst mij dorst, zo Jezus heeft geroepen,
Maar als ìk sterf, sterf ik voor mij alleen.

Dan ben ik naamloos, één van de velen
Want ik ben maar een vluchteling
Dus ga ik voort en zal niet wijken
op deze overlevingswandeling.

Mijn tocht is nu nog niet volbracht
Mijn hoofd zal ik niet laten zakken
en mijn gescheurde rugzak hang ik
nog lang niet aan de wilgentakken.

Heb jij wat water om mijn dorst te lessen
Heb jij een plek waar ik naar toe kan gaan
Kun je me veiligheid en vrede bieden
Als basis van een nieuw bestaan

Jij bent mijn hoop, mijn pelgrimslied
Waar ik op bouw om door te gaan
Want wat jij doet voor iedere naaste,
Zegt Jezus "dat heb je voor mij gedaan".