Het waait
en het laait
van de regen.
De boeren
kunnen er niet meer
tegen.
Het hooi moet drogen
en voor hun ogen
rot het weg.
Bidden helpt
ook al niet
het giet
en giet
steeds maar door
Op de gebeden
geen gehoor.
Nu is het uit
met het geduld
als de oogst mislukt
is het God zijn schuld!
Dan,
als de schaduw verdwijnt
het zonnetje schijnt
op ieder boerengezicht
kan het hooi weer drogen,
groeit het vermogen
de knip kan weer dicht.
Er wordt niet meer gedacht
aan wie het zonlicht bracht.