het volk dat oordeelt, zal mij haten
mijn hart voelt als een koude steen,
ik voel me troosteloos verlaten,
mijn Vader, laat me niet alleen. 
 
op anderen kan ik niet bouwen
de wakers slapen, ik ben bang,
al biddend kom ik met mijn vragen,
ik voel Uw adem op mijn wang.  
 
in uw nabijheid zal ik sterven,
de donkere koude nacht in gaan,
ik sterf en overwin het leven,
omdat u mij weer op laat staan. 
 
dan zal de vijgeboom weer bloeien
en juichen in oneindigheid
voor wie gelooft is er nieuw leven
de zonde is verleden tijd.