Elke dag is ‘t weer een wonder,
dat ik leef en er mag zijn,
in mijn land zo vol van vrede
is het leven goed en fijn.

Toch ben ‘k bang want er is oorlog,
niet zo ver bij ons vandaan,
de soldaten met hun wapens,
vallen Oekraïne aan.

Ik zie al die nare beelden
op mijn iPad of tv,
Kind’ren van mijn eigen leeftijd,
maken échte oorlog mee.

De soldaten met hun wapens,
schieten wat ze zien kapot,
mensen rennen naar de kelders,
biddend zeg ik, help hen God.

Kinderen vluchten met hun mama
en hun knuffeldier en tas.
Papa blijft om terug te vechten
niets is meer zoals het was.

Waarmee kan ik jullie helpen?
‘k geef mijn spaargeld, ‘t is niet veel
maar ik wil je welkom heten
in ons dorp dat ‘k met je deel.

Ik zal kaarsjes voor je branden,
Licht dat straalt voorbij de nacht
Eens dan komt de nieuwe aarde
dat geeft nu veel hoop en kracht.

Met mijn handen stil gevouwen
leg ik al mijn angsten neer,
nu wil ik alleen nog vragen,
ontferm U en geef vrede Heer!


Dit gedicht is door een kind voorgelezen in een kinder-gebedsdienst vanwege de oorlog in Oekraïne.