Ronkende motoren. 
Start, op weg. waarheen?
Dromend over toekomst,
de horizon verdween!

Ingetrokken wielen,
loskomend van grond,
De spanning bij het stijgen,
hoger in 't halfrond. 

De uitgestrekte vleugels,
reikend naar 't heelal. 
Plots trof hen het kwade,
toekomstdroom ten val.

Vaste grond, weggeslagen,
onder voeten vandaan
Wie kan er nu nog troosten,
wie geeft verdriet een naam.

Mag ik hopen, bidden, vragen,
dat de reis weer is hervat. 
Zij door engelen gedragen,
reizen naar de "nieuwe stad". 
 
Met die hoop de stilte zoeken. 
Stilte geeft verdriet een naam. 
Stilte laat de hoop weer bloeien.  
Stilte helpt om door te gaan.